Facebook pagina Acta SynergiaTwitter pagina Acta SynergiaLinkedIn pagina Acta Synergia

Slide background

Bekijk hier het fragment over Acta Synergia in het RTL-Z programma "De Barometer".

Acta Synergia

BTW en overdrachtsbelasting

Fiscale eindejaarstips november 2019. Over dit onderwerp onder andere:

Geef btw-correctie auto op in 4e kwartaal 2019

De btw die in 2019 aan u(w bedrijf) in rekening is gebracht op de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, is aftrekbaar als voorbelasting zolang u(w bedrijf) de auto heeft gebruikt voor belaste omzet. Als u de auto in 2019 mede voor privédoeleinden heeft gebruikt, moet u daarvoor een correctie toepassen in uw laatste btw-aangifte van 2019. Als u het werkelijke privégebruik niet heeft bijgehouden, mag u uitgaan van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) toepassen.

Let op!
Woon-werkverkeer wordt voor de btw-heffing als privé aangemerkt.

Vraag snel te veel afgedragen btw terug

Het is verstandig om op basis van uw administratie geregeld te controleren of uw btw-aangiften juist zijn. Als u tijdens de controle van uw btw-aangiften ontdekt dat te veel btw is afgedragen, kunt u het bedrag aan te veel afgedragen btw corrigeren met een suppletieaangifte. Dit kan zowel over 2019 als over de vijf voorgaande jaren.

Tip
U hoeft de suppletieaangifte niet te gebruiken als de correctie hooguit € 1.000 bedraagt. In dat geval mag u de correctie namelijk verwerken in uw eerstvolgende btw-aangifte. Hetzelfde geldt voor een correctie van hooguit € 1.000 aan te weinig afgedragen btw.

Geef BUA-correctie op in laatste slotaangifte 2019

Heeft u in 2019 btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen afgetrokken? Controleer dan of u een of meer personeelsleden hiermee voor meer dan € 227 (exclusief btw) heeft bevoordeeld. En check ook of u een of meer relaties voor meer dan € 227 heeft bevoordeeld. Als minstens een van beide situaties zich voordoen, moet u in de btw-aangifte over het laatste tijdvak van 2019 de afgetrokken btw corrigeren en alsnog voldoen. Dit wordt ook wel de BUA-correctie genoemd (BUA: Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting).

Let op!
De fiets van de zaak valt buiten de BUA-regeling. En voor de btw-aftrek op kosten van verstrekkingen van eten en drinken aan personeel gelden aparte regels.

Reik vóór 28 januari 2020 90%-verklaring uit

Als u in 2018 een onroerende zaak heeft gekocht en samen met de verkoper heeft geopteerd om de levering met btw te belasten, moet u tijdig een en ander regelen. U moet namelijk binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van levering (dus vóór 28 januari 2020) een zogeheten 90%-verklaring uitreiken aan de verkoper en de fiscus. In deze verklaring vermeldt u of u de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor u voor minstens 90% recht heeft op btw-aftrek. Als u in het eerste boekjaar of in het daaropvolgende boekjaar niet meer voldoet aan het 90%-criterium, stelt de Belastingdienst dat de levering met terugwerkende kracht alsnog vrijgesteld is van btw. Voor de verkoper betekent dit dat het recht op btw-aftrek vervalt en dat hij de in vooraftrek gebrachte btw moet terugbetalen aan de Belastingdienst. Als u in een later jaar niet meer voldoet aan het 90%-criterium, moet u op de gewone manier uw btw-aftrek herzien.

Tip
Bent u zelf verkoper van een onroerende zaak en wil uw afnemer dat u samen met hem opteert voor een btw-belaste levering? Stel dan in de koopovereenkomst duidelijke afspraken op over de eventuele btw-schade als de optie voor btw-belaste levering vervalt. Beding bijvoorbeeld dat de koper de btw-schade aan u vergoedt als hij niet meer voldoet aan de 90%-norm.

Factureer vóór 1 januari 2020

In 2020 vindt een aanpassing plaats van de kleineondernemersregeling (KOR) in de omzetbelasting. Wie kiest voor toepassing van de nieuwe KOR hoeft geen btw-aangifte te doen. Hij mag geen btw in rekening brengen en dus ook niet op de factuur vermelden. Hij heeft evenmin recht op de teruggaaf van betaalde btw. Om te kunnen kiezen voor de KOR mag de omzet in Nederland in het kalenderjaar maximaal € 20.000 bedragen. De verkoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen telt niet voor deze omzetbepaling. Als u de facturen voor leveringen begin 2020 nog dit jaar verzendt, valt deze omzet in dit jaar en heeft u meer kans om in 2020 onder de drempel te blijven. Als u kiest voor de nieuwe KOR, bent u daar in principe voor minstens drie jaar aan gebonden.

Let op!
De nieuwe KOR zal alleen gelden voor prestaties die u in Nederland verricht.

Dga, begin in 2020 met werkzaamheden voor werk-B.V.

Heeft uw holding een werkmaatschappij die btw-belaste activiteiten verricht? En wil zij deze werkmaatschappij actief gaan beheren? Zorg dan ervoor dat u als dga rechtstreeks namens uw holding de managementwerkzaamheden verricht voor de werkmaatschappij. Zo is duidelijk dat uw B.V. een zogeheten moeiende holding is en recht heeft op aftrek van voorbelasting voor zover de afgenomen prestaties zijn benut voor btw-belaste activiteiten. Als het u niet lukt om dit huidige btw-tijdvak nog werkzaamheden te verrichten voor de werkmaatschappij, probeer dit dan te doen in het nieuwe belastingtijdvak.

Tip
Als een moeiende holding btw-belaste (management)diensten verricht aan een vennootschap, is de btw op de aan- en verkoopkosten van een meerderheidsbelang in deze vennootschap pro rata aftrekbaar.

Vraag btw over 2018 terug

Zit u al lang te wachten op een betaling van een debiteur? Weet dan dat u als crediteur uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf van btw verkrijgt. Het bedrag van de teruggaaf mag u in mindering brengen op de periodieke btw-aangifte. U hoeft geen afzonderlijk verzoek in te dienen bij de Belastingdienst. Was vóór 31 december 2018 al duidelijk dat de factuur door uw debiteur niet zou worden betaald? Dan had u om teruggaaf btw moeten verzoeken over het tijdvak waarin duidelijk werd dat uw debiteur niet zou betalen.

Let op!
Als de debiteur de oninbaar geleken vordering op een later tijdstip alsnog betaalt, moet u de eerder op de aangifte in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte voldoen.

Dring aan op verklaring afnemer intracommunautaire levering

Als u een intracommunautaire levering hebt verricht, mag u onder voorwaarden het nultarief toepassen. Een belangrijke voorwaarde is dat u kunt bewijzen dat het goed Nederland heeft verlaten. Het vereiste aantal bewijsstukken wordt per 1 januari 2020 teruggebracht tot twee niet-tegenstrijdige bewijsstukken. Bij twee niet-tegenstrijdige bewijsstukken worden de goederen geacht vanuit het grondgebied van de lidstaat van levering te zijn verzonden of vervoerd. Denk aan een ondertekend CMR-document en een door een onafhankelijke derde ondertekend vervoersdocument. De verklaring van uw afnemer moet uiterlijk de tiende dag van de maand volgend op de maand waarin de intracommunautaire levering plaatsvond in uw handen zijn.

Let op!
U moet bewijsstukken leveren die afkomstig zijn van twee partijen die onafhankelijk zijn van elkaar.

Achterhaal tijdig juist btw-identificatienummer

Per 1 januari 2020 krijgt u te maken met een nieuwe voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op toepassing van het nultarief bij intracommunautaire transacties. U zult namelijk een juiste periodieke Opgaaf Intracommunautaire Prestaties (Opgaaf ICP) moeten indienen. Het vermelden van een juist btw-identificatienummer is nodig voor het indienen van een juiste Opgaaf ICP en wordt daarmee verplicht. Als u als ondernemer niet aan de voorwaarden voldoet, vervalt uw de aanspraak op het nihiltarief op de betreffende levering.

Tip
Herstel is mogelijk als de inspecteur oordeelt dat u alsnog aan de voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld omdat u binnen een bepaalde termijn het juiste btw-identificatienummer van de afnemer overlegt zodat u alsnog voldoet aan de voorwaarden.

Wacht met overbrengen voorraad op afroep

Vanaf 1 januari 2020 kunt u eigen goederen uit uw bedrijf overbrengen naar een andere EU-lidstaat zonder dat de Belastingdienst deze overbrenging behandelt als een levering van goederen onder bezwarende titel. De intracommunautaire levering (ICL) en de intracommunautaire verwerving (ICV) vinden daardoor pas plaats op een later tijdstip. In plaats van de leverancier, moet de afnemer de ICV aangeven in de lidstaat van bestemming. U als leverancier hoeft zich in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep dus niet meer in de lidstaat van bestemming te registreren.

Let op!
Deze regeling is niet optioneel; zij is van toepassing zodra u voldoet aan de voorwaarden.

Laat intracommunautair vervoer in 2020 plaatsvinden

Als partijen hetzelfde goed aan elkaar doorverkopen, terwijl de eerste leverancier het goed rechtstreeks levert aan de laatste afnemer, is sprake van een keten. Het vaststellen van de btw-gevolgen kan nu soms ingewikkeld zijn, maar vanaf 1 januari 2020 zal een regeling gelden die wat eenvoudiger is. Ten eerste moet men in de nieuwe situatie de tussenhandelaar bepalen. De tussenhandelaar is de leverancier in de keten die de goederen zelf verzendt of vervoert ofwel voor zijn rekening door een derde laat verzenden of vervoeren. Zo’n tussenhandelaar kan niet de eerste leverancier in de keten zijn. In beginsel moet men ervan uitgaan dat de intracommunautaire levering plaatsvindt aan die tussenhandelaar. De overige leveringen binnen de keten tellen als een binnenlandse levering. De leveringen in de keten vóór de intracommunautaire levering gebeuren in de lidstaat van aanvang van het intracommunautaire vervoer. De leveringen in de keten na de intracommunautaire levering gebeuren in de lidstaat waar het intracommunautair vervoer eindigt.

Tip
Als de tussenhandelaar een btw-identificatienummer heeft gekregen van de lidstaat waaruit de goederen zullen vertrekken en hij dit nummer verstrekt aan zijn leverancier, hoeft men de verzending uitsluitend toe te schrijven aan de levering van goederen door die tussenhandelaar.

Geef u op voor MOSS-regeling

Levert u digitale diensten aan particuliere afnemers buiten Nederland, maar binnen de EU? En is de omzet die u daarmee hebt behaald in 2018 en 2019 niet meer dan € 10.000 per jaar? Dan moet u in principe de btw over deze diensten aangeven en afdragen in Nederland. Als u de btw toch wilt aangeven en afdragen in de EU-landen van uw consumenten, moet u zich in deze EU-landen laten registreren. Maar misschien is het gemakkelijker om de mini-one-stop-shop-regeling (MOSS-regeling) te gebruiken. In dat geval stuurt u digitaal via ‘Inloggen voor ondernemers’ uw btw-melding (btw-aangifte) in. De Belastingdienst stuurt vervolgens de btw-meldingen samen met de door u betaalde btw door naar de desbetreffende EU-landen via een beveiligd communicatienetwerk. Daarna nemen deze landen de behandeling van uw btw-melding over van de Belastingdienst.

Let op!
Als uw situatie wijzigt of u vanwege een andere reden uw registratie wilt of moet aanpassen, moet u dat uiterlijk doorgeven op de tiende dag van de maand, die volgt op de maand waarin uw situatie is gewijzigd. U wijzigt uw registratie via ‘Inloggen voor ondernemers’.

Pas communicatiemiddelen voor eenmanszaak aan nieuw btw-id aan

De Belastingdienst verstrekt in het najaar van 2019 alle eenmanszaken een nieuw btw-identificatienummer (btw-id), waarin het Burgerservicenummer (BSN) niet is verwerkt. Vanaf 1 januari 2020 moet u dit nieuwe btw-id gebruiken voor uw zakelijke contacten, zowel binnen als buiten de EU. Pas daarom uw factuurpapier, factuursjabloon, internetsite(s), briefpapier, overige digitale sjablonen en andere communicatiemiddelen tijdig aan. En licht uw belastingadviseur, vaste leveranciers en zakelijke klanten in.

Let op!
U blijft uw bestaande omzetbelastingnummer gebruiken voor contact met de Belastingdienst.

Academy

Eigenaar of medewerker van een accountants- of administratiekantoor?
Maak dan kennis met onze actualiteitensessies en/of intervisiebijeenkomsten.